Een onderzoek van Jos Castelijns – Hogeschool De Kempel, Diana Baas – Hogeschool De Kempel, Marjan Vermeulen – Open Universiteit

Studenten voorzien in gesprekken elkaars werk van gedetailleerde commentaren en aanwijzingen voor verbetering en hanteren daarbij standaarden of criteria als kader. Hoewel het belang van dialogische peerfeedback steeds meer wordt erkend, vormt integratie ervan in de dagelijkse praktijk van de lerarenopleiding een uitdaging (Nicol, 2010; Boud & Molloy, 2013).

In het studiejaar 2018-2019 namen alle opleiders van Hogeschool de Kempel deel aan een professionaliseringstraject waarin dialogische peerfeedback centraal stond. Dit traject vormde de context voor een onderzoek naar de integratie van peerfeedback in het onderwijsaanbod van de lerarenopleiding. Data werden verzameld bij opleiders en studenten via lesobservaties (vastgelegd met video) en semigestructureerde groepsinterviews.De resultaten laten een samenhang zien tussen de wijze waarop lerarenopleiders peerfeedback van studenten stimuleren en de kwaliteit van de peerfeedback. De interviewresultaten geven inzicht in factoren die volgens studenten en opleiders bijdragen aan de dialogische aard van peerfeedback.

Lees het volledige artikel

We kunnen ons geen onderwijs meer voorstellen zonder digibord, adaptieve leermiddelen en digitaal gepersonaliseerd leren. Maar hoe groter de mogelijkheden, hoe meer leraren zich afvragen wat de toegevoegde waarde van ieder middel is. En hoe zij digitaal en online leren in balans moeten brengen met ‘analoog leren’ in de klas.

Theoretische onderbouwing nodig

Een goede leraar weet technologische toepassingen zo in te zetten dat ze passen bij de doelstellingen van zijn onderwijs, bij zijn leerlingen, de inhoud van het vak en de didactiek. Daar is onderbouwing vanuit de theorie voor nodig, maar ook een opleiding voor leerkrachten met feeling en interesse voor technologie, die andere collega’s de weg willen wijzen. Dat is de overtuiging van Frank Coenders, onderwijskundige en ICT-beleidsmedewerker op Hogeschool de Kempel en kartrekker van de master Onderwijs en Technologie.

Frank Coenders: “De master helpt je strategisch en onderbouwd te kiezen voor technologische toepassingen in het onderwijs. Allerlei fancy tools lijken aan de buitenkant wel hip en leuk, maar daardoor worden jij en je collega’s geen betere leraar. Prioriteit nummer één is dat jij je leerlingen beter laat leren doordat jij de juiste tools weet in te zetten. Als iemand vertelt dat zijn school met virtual reality wil werken en hij 30 VR-brillen heeft aanschaft, denk ik in eerste instantie: mooi, maar waarom doe je dit en wat levert het op voor het leren van de kinderen? Of zijn het leuke gadgets?”

Voor wie?

De master Onderwijs en Technologie is bedoeld voor onderwijsprofessionals uit het PO, VO en MBO. Leraren die het huidige en toekomstige onderwijs krachtiger willen maken met technologisch toepassingen, maar die ook onderzoekend en kritisch naar ontwikkelingen en trends op dat gebied kunnen kijken. Frank Coenders: “Na het afronden van de master kun je technologie op klas- en schoolniveau inzetten op een onderbouwde en onderwijskundige manier, waarbij je het management adviseert, maar ook afstemt op je collega’s in de klas. Je bent een inspirator dus, maar ook iemand die vanuit een kritische en onderzoekende houding het kaf van het koren weet te scheiden en niet voor ieder hip technisch snufje warmloopt.”`

Verschil

Het verschil met de éénjarige post-hbo-opleiding ICT & Media is dat de post-hbo-opleiding gericht is op directe toepasbaarheid van tools in de klas. In de tweejarige master Onderwijs en Technologie gaat het meer om de onderwijskundige en onderzoeksmatige onderbouwing van technologie in het onderwijs, waarbij het effect op het leren van kinderen en op de didactiek van de leraren centraal staat.

Prioriteit nummer één is dat jij je leerlingen beter laat leren doordat jij de juiste tools weet in te zetten.

Verder professionaliseren

Lysanne Cobussen staat te trappelen om de master Onderwijs en Technologie te volgen en heeft zich al aangemeld. Terwijl ze vele jaren voor de klas stond als leerkracht volgde ze de opleidingen tot ICT-coördinator en Media Coach. Op dit moment werkt Lysanne namens Optimus Onderwijs bij iXperium/CoE Nijmegen, een netwerkorganisatie op het gebied van leren en lesgeven met ICT. Daar begeleidt ze leerkrachten en scholen bij het implementeren van ICT-rijk onderwijs.

Toch wil Lysanne zelf ook verder professionaliseren. Ze is op zoek naar verdieping en theoretische onderbouwing. “Veel ICT-tools ken ik technisch gezien al, maar ik wil juist voor andere leraren duidelijk maken waarom tools werken bij kinderen en dat onderbouwen met wetenschappelijke argumenten. Vanuit mijn ervaring met leraren en scholen zeg ik: als je erover nadenkt waarom je technologie inzet, ben je al een heel eind op weg. Je moet kritisch blijven, want ICT is niet voor alles een oplossing.”

Meld je aan!

Lysanne Cobussen kijkt ernaar uit om te starten met de master. Word jij haar sparringpartner in de opleiding? Meld je aan voor deze praktijkgerichte master!

 

Veel ICT-tools ken ik technisch gezien al, maar ik wil juist voor andere leraren duidelijk maken waarom tools werken bij kinderen en dat onderbouwen met wetenschappelijke argumenten.

Vorig jaar was de zebra-groep een groep van dertien leerlingen met een ernstig verstandelijke beperking. Het onderwijs schuurde tegen zorg aan. Het was hard werken om de kinderen te geven wat zij nodig hadden. En ik had het druk met mijn tweede jaar van de Master Passend Meesterschap. Ik ontwikkelde een visie op inclusief onderwijs, verdiepte me in partnerschap en netwerken, ik werkte aan mijn eigen competenties en koppelde die aan voor mij belangrijke thema’s zoals burgerschap. Uiteindelijk deed ik onderzoek naar een manier waarop ik kinderen met een ernstig verstandelijke beperking een stem kan geven en kan luisteren naar wat zij te vertellen hebben. Ik maakte een podcast waarin partners uit het netwerk van een kind met een ernstig verstandelijk beperking vertelden wat dat kind nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Dit jaar bestaat de zebra-groep uit tien kinderen met een matige verstandelijke beperking. Een aanvangsgroep. En dit jaar mag ik mij een inclusieve leerkracht noemen. Ik ben nú pas een inclusieve leerkracht. Wat was ik de afgelopen twintig jaar dan? Een exclusieve leerkracht? Deed ik aan uitsluiting, segregatie of integratie? Nooit bewust maar toch…

De opleiding heeft me geholpen om meer bewust te handelen. Zo maak ik bijvoorbeeld meer gebruik van het netwerk van een kind. Ouders zijn echt partners, evenals de medewerkers van de naschoolse opvang, de logopediste, de fysiotherapeut en de taxichauffeur die het kind naar school brengt. Het zijn mijn netwerkpartners. De informatie die we delen, vormen een compleet beeld van het kind. Samen weten we meer.

Volgend jaar is de zebra-groep misschien wel een groep met alleen maar tienerjongens met een gemiddelde intelligentie waar ik weer op een andere manier aan de slag kan met de opgedane kennis van de masteropleiding. Misschien laten die kinderen wel gedrag zien wat ik nog lastig vind om te begrijpen. Dan gaan ik daarmee aan de slag. Ik heb geleerd positief te kijken naar kansen en mogelijkheden van kinderen maar ook naar die van mezelf.

Elk jaar bij de zebra’s is het weer hard werken en bouwen aan relaties met kinderen en netwerkpartners en ontdekken wat werkt en waarom. Uiteindelijk wil je de juiste dingen doen om de ontwikkelingskansen van alle kinderen te vergroten. Wat me daarbij geholpen heeft, is mijn herontdekking van de waarde empathie.

Een succesvolle leerkracht blijkt namelijk niet per definitie iemand met veel kennis maar bovenal een mensen-mens. Iemand die zich verplaats in de gedachten van anderen om daardoor het perspectief van die ander beter te begrijpen. Ik zet deze waarde (kernkwaliteit) nu beter in. Het geeft me onder andere verdieping, verbinding, begrip en een prettige samenwerking met kinderen, ouders en overige netwerkpartners. Ik heb geleerd anderen te vragen wat zij precies bedoelen en geniet van alle prachtige momenten (parels) met mijn zebra’s.

Carien Jansen-Smits, MEd 😉