In gesprek met twee bestuurders over de meerwaarde van een master
Waarom zouden schoolbestuurders je (financiële) ruimte bieden om je verder te ontwikkelen in je vak? En welke meerwaarde zien zij als je kiest voor een master? Bestuursvoorzitter Ingeborg Schrama (QliQ Primair Onderwijs) bespreekt deze vragen en meer met bestuurder Marcel Reulen (Eenbes Onderwijs).
Marcel, ik heb het idee dat de meeste leerkrachten inmiddels inzien dat je af en toe je gereedschapskoffer moet uitbreiden. De klus van onderwijsprofessionals wordt ook steeds complexer. Merk jij ook dat een leven lang leren steeds meer mainstream wordt?
Zeker. Steeds meer leerkrachten staan open voor een master. Meestal zijn dat de mensen waarbij reflecteren al in het systeem zit. Die al breder kijken naar hun opdracht en vak. Het helpt ook dat ons bestuur, en volgens mij ook dat van jou, niet meer zo op de budgetten zit. Tegenwoordig is er wel nascholingsbudget beschikbaar. We vragen: hoe wil jij jezelf als professional ontwikkelen en wat is daarvoor nodig? Dat is het uitgangspunt.
Wij voeren heel actief het gesprek met onze directeuren, waarbij we benadrukken dat het niet alleen gaat om de ontwikkeling van de individuele leerkracht. Het gaat ook over gedeeld leiderschap, input van onderaf en het gesprek met je team voeren. Een master kan dan heel helpend zijn. Herken je dat?
Absoluut. Als een leerkracht met een master begint, start je als team een zoektocht: hoe verbreed je de kennis zodat deze ten dienste komt van de rest van de organisatie? Een individueel mastertraject wordt dan een teamtraject. De leerkracht neemt kennis en nieuwe inzichten als het ware mee de school in. Dat is ook een voordeel van de masters van Hogeschool de Kempel: ze gaan in de basis uit van leren in de praktijk.
Het helpt ook als je de ontwikkelthema’s van je school goed hebt gedefinieerd. Leerkrachten die een master volgen, kunnen dan gemakkelijker een onderzoeksvraag formuleren. Zo zorg je dat een onderzoek echt iets oplevert voor de hele school.
Eén ding valt me altijd op: leerkrachten die een master volgen, gaan niet meer uit van wat je weet, maar onderzoeken wat je nog níét weet. Dat is een verschil. Wat zie jij gebeuren bij leerkrachten die een master volgen?
Ik zie dat hun manier van kijken voor altijd verandert. De masters dagen je uit om op een hoger niveau te denken, kritischer te kijken. Waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Daar zit echt een kwaliteitsslag. Iets anders: worstel jij soms met het lerarentekort, zeker nu meer leerkrachten voor nascholing kiezen?
Het is ook voor ons een puzzel om elke dag de klassen bezet te krijgen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat het ons helpt als er elk jaar een aantal leerkrachten een master volgt, zodat we toch steeds kennis maken met recente onderzoeken, wetenschap en theorieën. Daar worden we als organisatie alleen maar beter van.
Zo kijk ik er ook vanuit kostenaspect naar. Als we een verandering binnen school willen, dan is onze eerste impuls om extern advies in te winnen. Dat kost klauwen met geld. Door te investeren in een master houd je de vaardigheden binnen.
Uiteindelijk is ons belang dat wij de juiste dingen doen voor kinderen. De masters van De Kempel maken dat wat makkelijker: je volgt ze met de ambitie om een betere leerkracht te worden. Daarmee investeer je in een doorontwikkeling van het vak. Dat past goed bij leerkrachten, die toch doorgaans generalist zijn. Door deze masters kunnen ze excelleren zonder meteen voor een specialisme te kiezen.
Precies! Onze leerkrachten zeggen vaak: ik wil best excelleren, maar ik wil mijn klas niet uit. Daar passen deze masters perfect bij. Niet iedereen heeft leidinggevende ambities. Je hoeft niet per se IB’er of directeur te worden als je een leven lang leert.